Columns

Over een kater en twee schuilkerken

MP foto Ons lieve heer op splder def
Gepubliceerd: 19 juli 2016 om 13:29   /   door

In 1973 heb ik mijn vrouw leren kennen. Zij woonde toen op de Palmgracht (Jordaan) in een piepklein Amsterdams pakhuisje uit de zeventiende eeuw, door sommigen ook wel het poppenhuisje genoemd. Behalve mijn vrouw bevond zich in dat huisje nog een andere huisgenoot, haar apegatje Daantje [1]. Een oude dikke zwart-witte kater. Zodra hij haar autootje (een 2CV) op de hoek Brouwersgracht-Palmgracht aan hoorde komen, snelde hij naar het raam in de openslaande pakhuisdeuren en miauwde dat het een aard had. Ik, daarentegen, was voor hem slechts een commensaal, een indringer die hij geen blik waardig keurde.

We woonden inmiddels op de Haarlemmerdijk tegenover bioscoop The Movies toen Daantje, 21 jaar oud, in de zomer van 1987 stierf. Mijn echtgenote was er helemaal kapot van en wilde haar schatje dicht bij zich begraven hebben. Dat werd dus ons postzegeltuintje, die ik net begonnen was deels tot dijkniveau op te hogen. Naast een paar kuub ophoogaarde gebruikte ik vooral veel puin die met kruiwagens getransporteerd moest worden vanaf een afbraakpand op de hoek Vinkenstraat en Baanbrugsteeg. Het bleek naderhand om de overblijfselen te gaan van de schuilkerk H. Maria, oorspronkelijk een kerkje uit 1658. Toen mijn vrouw dat hoorde was ze er extra content mee dat haar Daantje in gewijde grond was begraven.

Mede vanwege dat geheiligde puin uit die voormalige schuilkerk had ik het vaste voornemen ooit eens die geheel in tact verkerende schuilkerk “Ons’ Lieve Heer op Solder” te bezichtigen Hoewel dat nog lang op zich heeft laten wachten, is het er uiteindelijk toch van gekomen en bleek het een openbaring waar ik nog lang met genoegen op terug zal kijken.

Het museum “Ons’ Lieve Heer op Solder” bevindt zich in een typisch Amsterdams grachtenhuis uit de zeventiende eeuw, die zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat is gerestaureerd, met de schuilkerk op de drie bovenverdiepingen. Een kerk die gewijd is aan de heilige Sint Nicolaas en gesitueerd in het oude Amsterdamse wallengebied op de Oudezijds Voorburgwal 38.

Terwijl je binnenkomt in een modern entreegebouw met een strak wit en breed trappenhuis kom je via een ondergrondse passage, als in een tijdscapsule, terecht in de wondere wereld van de zeventiende eeuw. De eeuw van de welgestelde Duitse katholieke koopman Jan Hartman (1619-1668), die zo’n 350 jaar geleden de opdracht gaf voor de bouw van deze inpandige schuilkerk. Een kerk in het verborgene omdat het katholieke geloof in die dagen niet langer was toegestaan in de officiële kerkgebouwen. Die waren slechts voorbehouden aan de protestantse eredienst. De katholieke geloofsbeoefening werd wel gedoogd zolang dat niet zichtbaar vanaf de straat gebeurde, maar binnenskamers bleef.

Jan Hartman zal zich nooit gerealiseerd hebben zijn kerk nu tot de top-100 monumenten van Nederland behoort. Een museum als een huis vol houten trapjes en gangetjes, keukentjes en kamertjes en een paar grote deftige ruimtes waar de familie Hartman leefde en de gasten ontving in de wonderschone pronkkamer. Met kroonluchters en schilderijen, chique kasten, een haard met familiewapen en nepdeuren. Alles in de symmetrische stijl van het Hollands Classicisme. Als “pièce de résistance” vanzelfsprekend de prachtige schuilkerk zelf waarnaar het museum is genoemd: Ons’ Lieve Heer op Solder.

Hoewel deze schuilkerk teveel aan schoonheid prijsgeeft om hier in een paar woorden te beschrijven, kan ik toch niet aan het pronkstuk ervan voorbijgaan. Dat is het barokke altaar met het tabernakel en de aan weerszijden gemarmerde houten zuilen. In de sokkel van de linker zuil is, vanwege ruimtegebrek, zelfs een uitklapbare mahoniehouten preekstoel verstopt.

Na deze schuilkerk en het verdere museum gezien en geleefd te hebben zou je het bijna iedereen gunnen om katholiek te worden. Als extra stimulans daartoe kan ik u vertellen dat een paar treetjes lager de “mom” kamer zit. “Mom” blijkt een ander woord voor bier dat in die jaren veel gedronken werd in plaats van het smerige, nagenoeg ondrinkbare grachtenwater.

Tenslotte nog een enkel woord over deze mooie historische plek. Je hebt vanuit het kerkgebouw “Ons’ Lieve Heer op Solder” een fenomenaal uitzicht op zowel de Oude Kerk als op de basiliek Sint Nicolaas, schuin tegenover het Centraal Station.

Bik Versteegen (4, juli 2016)

Museum Ons’ Lieve  Heeer op Solder: http://www.opsolder.nl

[1] haar oogappeltje

 

Bik Versteegen (1945) is schrijver en cultureel antropoloog. Hij begon op latere leeftijd verhalen te schrijven, inmiddels zijn vier bundels uitgegeven. Zijn laatst verschenen bundel is een indringend en soms hilarisch verslag van Versteegens verblijf op de intensive care van het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam. Op verzoek van Museumpeil bezoekt hij musea. Zijn stijl wordt gekenmerkt door een plezierige mix van observaties en herinneringen.

Michiel Neugebauer (Gouda, 1967) is stedelijk en industrieel fotograaf met oog voor detail. Hij maakt nauwelijks gebruik van extra belichting, maar speelt met het aanwezige licht met als gevolg een bijzonder mooie natuurlijke lichtval.