Agenda, Bedrijfsvoering, Uitgelicht, Vlaanderen

Museaal DNA van het Museum Plantin-Moretius

Bezoekers in het Museum Plantin en Moretus, Antwerp
Gepubliceerd: 18 juli 2017 om 11:27   /   door

Directeur Iris Kockelbergh over haar vernieuwde Museum Plantin-Moretus

Het Museum Plantin-Moretus is het woonhuis en de drukkerij-uitgeverij van de gelijknamige familie Plantin-Moretus. Zij woonde en werkte er ononderbroken, 300 jaar lang. Sinds zowat140 jaar is het complex opengesteld als museum. Weinig andere erfgoedsites verbeelden de idee van baanbrekend vakmanschap zo goed: Christoffel Plantijn (1520-1589) zou in zijn tijd zonder twijfel zijn uitgeroepen tot Manager van het Jaar.

In 2016 is het huis veranderd. Er kwam een nieuwe museumopstelling en het complex werd uitgebreid met een nieuw depot en leeszaal. Om het bezoekerscomfort te verhogen werden de bezoekersfaciliteiten grondig aangepakt. Met deze ingrijpende vernieuwingsoperatie leiden we dit unieke Unesco Werelderfgoed de 21ste eeuw binnen.

Huis zonder drempels

Voor wie het museum niet (goed) kent: de zogeheten ‘Officina Plantiniana’ is zo goed bewaard dat het lijkt alsof drukkers en proeflezers elk moment opnieuw hun werkdag zullen aanvatten. In de salons hangt de sfeer van het leven in Antwerpen in de 16de en 17de eeuw. Gerenommeerde klanten uit de top van de Europese diplomatie, kunstwereld en politiek lieten hier hun sporen na in schilderijen, boekillustraties, correspondentie… De bibliotheken bevatten unieke handschriften en pronkstukken uit de Europese drukkunst en het archief vertelt van driehonderd jaar bedrijvigheid en (woon)cultuur. In de letterkasten ligt een fortuin aan typografisch materiaal, zoals hét ontwerp van de Garamond-letter. En het Prentenkabinet bewaart meer dan 80.000 tekeningen en prenten van Antwerpse kunstenaars van 1500 tot vandaag.

Zo’n museum is een bedevaartsoord voor typografen, boekenliefhebbers en drukkers. Een publieksonderzoek (2015) maakte duidelijk dat maar liefst 29% van de bezoekers een professionele link met de boekenwereld heeft. Ongeveer 85% heeft een diploma hoger onderwijs. Drie kwart van de huidige bezoekers bezoekt het museum voor de eerste keer. Dat zijn mooie cijfers, maar het publieksbereik moet breder. Belangrijk is daarbij dat we ons hoogopgeleide en bovenmatig cultuurminded publiek blijven bedienen, maar ook dat we ons bezoekersprofiel uitbreiden door fysieke en mentale drempels voor individuele bezoekers weg te werken. Onderzoek naar de toestand van de collectie in de vaste tentoonstelling toonde ook aan dat de presentatie aangepast moest worden om de (goeddeels papieren) collectie beter te bewaren. Nieuwe ledverlichting, speciale gordijnen en minder objecten in een betere presentatie moeten daarvoor instaan.

Intenser, ruimer, sfeervoller

De nood aan een nieuwe museumpresentatie was dé ideale gelegenheid om de gedateerde opstelling aan te passen aan de noden van hedendaagse bezoekers. We wilden een breder publiek aantrekken en laten kennismaken met de geschiedenis van dit unieke historische huis en zijn bewoners. Die behoorden tot de top van de 16de-eeuwse Europese industrie, diplomatie en intelligentsia, en maakten dat Antwerpen en Vlaanderen in de kennisverspreiding over Europa een kapitale rol speelden. De nieuwe opstelling moest ook duurzaam zijn op diverse vlakken: de gebruikte materialen, kostenbeheersing, menskracht. Zo moeten we al ons papieren erfgoed om de twee jaar wisselen. Nog meer uitdagingen: het nieuwe museumconcept moest ook een balans vinden tussen de museale functie, de context van het historische huis, de nood aan de introductie van hedendaagse tendensen, publieksverbreding, toegankelijkheid en storytelling.

De kern van de ‘oplossing’ lag in de sterke scholenwerking van het museum en de ervaring met maatschappelijk moeilijk bereikbare groepen, die we samen met culturele partners in de buurt aanspreken. Bij de begeleiding staan emotie en beleving centraal om zo een toegankelijker museumverhaal te vertellen. Deze aanpak is nu doorgetrokken in de vernieuwde vaste opstelling voor álle bezoekers. Met het oog op een intensere bezoekerservaring en een ruimer publieksbereik zetten we in op meer sfeer in het huis. We laten bezoekers ervaren hoe het er hier honderden jaren geleden aan toe ging. We versterken de levendigheid in het woonhuis en de bedrijvigheid in de werkplaatsen. De beleving wordt zo op een hoger niveau getild, maar zonder de authenticiteit en integriteit van het huis aan te tasten.

 

[contentblock id=1 img=gcb.png]

 

Het huis als scène

Bij de ontwikkeling van de verhalen hebben we rekening gehouden met de verwachtingen en noden van vijf types bezoekers: gemengde gezinnen, Unesco-(city)trippers, nieuwkomers, de creatieveling en de specialist. Daarom bieden we verschillende belevingsniveaus aan: van volledig ondergedompeld worden in de sfeer en de leefwereld van de familie in de 16de en 17de eeuw en beleven hoe wonen en werken samengingen, over het je eigen maken van de stappen in het drukproces of je verliezen in de schoonheid van het individuele boek, tot het doorgronden van de complexiteit van het uitgeven in een wereld in transitie.

We hebben geen multimediaal museum gemaakt. Wel laten we de bezoekers opgaan in het huis, gebruik maken van het huis en met een trots gevoel het huis verlaten. Het huis is het belangrijkste verhalende element, de scène waarin het verhaal zich ontwikkelt. Je ontmoet er Christoffel Plantijn en maakt kennis met zijn familie en vrienden. Je wordt ondergedompeld in het drukproces en volgt hoe een ondernemer van wereldformaat zijn droom waarmaakt en zijn bedrijf uitbouwt. Door het gebouw opnieuw te bevolken met de mensen die er woonden en werkten (van verschillende leeftijd, herkomst, gender…) kan een veel ruimere groep van bezoekers zich voortaan identificeren met de rijke geschiedenis van het gebouw. We brengen ook een geactualiseerd verhaal, dat niet alleen de link legt tussen de (boek)drukkunst in de 16de eeuw en de hedendaagse communicatietechnieken, maar ook actuele maatschappelijke thema’s benadert: mens en samenleving, de verspreiding van kennis, de wereld in kaart, religie en geloofsbelevenis en taal en tekens.

Een museaal DNA

Het hele concept is afgetoetst aan het DNA van het museum. Een totaalbeleving van think-feel-do: alles wat we brengen moet deze drie parameters combineren en in evenwicht houden. En moet een antwoord bieden op deze kernwoorden en -vragen:

  • TOEGANKELIJK: begrijpt een geïnteresseerde, maar niet gespecialiseerde bezoeker het?
  • HELDER: niet té moeilijk?
  • AUTHENTIEK: draagt het bij tot de bekendheid van het verhaal van Museum Plantin-Moretus?
  • WAUW: boeit dit de benieuwde en passie-delende bezoeker? Draagt het bij tot een onvergetelijke ervaring?
  • DEELBAAR: kan een bezoeker zijn ervaring met anderen beleven en delen? HERINNERING: is dit iets wat bezoekers zich blijvend zullen herinneren? Of wat ze zullen vertellen aan anderen?

Bron van inspiratie

Ook buiten de muren moet het huis een zichtbare plek innemen. Plantijn creëerde in de 16de eeuw aan de Vrijdagmarkt een hub voor wetenschappers, waar kennis verspreid werd. Hij maakte van Antwerpen een creatieve plek voor de ontwikkeling van de boekdrukkunst. We vertalen dat naar onze tijd door samen te werken met studenten en kunstenaars en met de buurt rond de Vrijdagmarkt, in de 16de eeuw hét drukkerscentrum en vandaag een hotspot van de creatieve industrie. Ons erfgoed moet een bron van inspiratie zijn.

Onze taak is niet volbracht. In 2017 plannen we een publieksbevraging om af te toetsen hoe de nieuwe presentatie werkt. Ondertussen hebben we een interne evaluatie gemaakt, omdat we al wat zwakkere punten zien én veel bemoedigende opmerkingen krijgen: meer DIY voor families op de eerste verdieping, de eerste ontmoeting met Plantijn moet meer duiding krijgen, de info over de bouwgeschiedenis van het huis moet duidelijker, de route door het museum moeten we nog beter aanduiden, de bezoekersgids moet visueel bijgewerkt worden en er is nood aan meer gespecialiseerde info voor het hoger opgeleid publiek. Het werk is niet af. Nooit.

 

Iris Kockelbergh is directeur van Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet in Antwerpen.

Foto: Museum Plantin-Moretius/Victorian0  

 


 

Dit zijn de sterkhouders van de nieuwe museumbeleving:

  1. Wie binnenkomt stapt in een teletijdmachine. De integriteit en de authenticiteit van het huis vormen het draagvlak. Lichtwerking en dramaturgie zijn de belangrijkste ingrediënten om het verhaal vorm te geven.
  2. We nodigen onze bezoekers uit: voel je thuis, neem plaats aan de haard of achter de toonbank van de winkel, mediteer in de slaapkamer, blader door achteloos achtergelaten boeken.
  3. Een belevingsroute brengt het huis tot leven. Sfeerscheppende films markeren de ontmoetingen met Plantijn. Je hoort in zijn woorden wie hij echt is. Soundscapes laten de drukte op de werkvloer en in het huis horen.
  4. Jong en oud gaan actief aan de slag gaan met het drukproces: van gesneden letter tot gedrukte tekst.
  5. Voel aan materialen en boeken. Doe dat in kleren uit de tijd van Plantijn.
  6. Het ritueel van het hanteren van het boek loopt als een rode draad door het bezoek: een intelligente bezoekersgids, doorbladerbare boeken, leestafeltjes met leeslichten…
  7. Hoogtepunten worden krachtiger belicht: de oudste drukpersen ter wereld, de drukkerij, het bedrijfsarchief, de Gutenbergbijbel, de Garamondletter, de familieportretten door Rubens, de unieke Polyglotbijbel, het eerste Nederlandstalige woordenboek, de eerste atlas ter wereld…
  8. Tien topwerken zijn de ‘helden’ waarmee Plantijn mee de geschiedenis van Europa bepaalde. Zij worden aangevuld met kleine, menselijke verhalen.
  9. De opstelling is er ook voor niet-boekenliefhebbers. Er wordt gelinkt naar de leefwereld van alle bezoekers en het verhaal van Plantijn als uitgever gaat over tijdloze thema’s: mens en samenleving, kennisverspreiding, religie/meditatie en taal.