Agenda

Afstoten en herbestemmen van collecties

arco seton
Gepubliceerd: 16 mei 2017 om 10:23   /   door

Arco Seton: Veertig procent van de afstoot vond een nieuwe bestemming

Arco Seton is collectiebeheerder van het Nationaal Militair Museum. Hij was de afgelopen jaren de spil bij het afstoten van 40.000 objecten door het museum. Op het onlangs gehouden symposium “Collecties voor de toekomst” gaf hij een workshop over afstoten. Hij weet het zeker zonder externe druk was er nooit afgestoten. Hij is tevreden over het resultaat, veertig procent van de objecten vond een nieuw tehuis. We blikken kort terug.

Hoe kijk je terug op het symposium, wat was voor jou een eyeopener? 

‘Ik vond het een bijzonder symposium omdat we daarmee een afstootproces waar we lang mee bezig zijn geweest echt officieel hebben afgesloten. Het was verrassend om te horen dat andere musea, zoals Naturalis met dezelfde problemen bij afstoting te kampen hebben.

Verder vond ik het een eye opener dat de Mondriaanstichting zoveel subsidieregelingen heeft die kunnen helpen bij de uitvoering van het afstootproces. Dat hadden we eerder moeten weten.

Persoonlijk vond ik de workshop erg leuk. Door de deelnemers echte objecten zoals de dozen met veldflessen en emblemen te laten ontzamelen, zie je hoe lastig het is om te selecteren. Ik vond het treffend wat een deelnemer zei over een Italiaanse veldfles. Weliswaar past de veldfles niet in het collectieprofiel, maar laten we hem toch maar behouden, want het is zo’n leuk en mooi exemplaar.  Daarmee wordt direct het probleem bij afstoten geschetst. Je moet op basis van rationele criteria je afweging maken, maar in de praktijk komt er vaak toch iets subjectiefs bij.’

Hoe keek jij als collectiebeheerder tegen de opdracht om 20 procent te ontzamelen aan?

‘Het gaat in tegen je natuur. Je bent immers gewend om altijd te gaan voor het behoud van de collectie. Ontzamelen is daarom een lastig proces, ook al omdat je soms zo weinig informatie hebt over het af te stoten object. Ik worstelde daarom vaak met de vraag “Waarom hebben onze voorgangers dit in de collectie opgenomen”. Is er iets dat zij wel wisten en wij niet. Zonder die taakstelling om 20 procent af te stoten was volgens mij niet gelukt. Ik ben blij dat we gedwongen werden te ontzamelen, uiteindelijk wordt de collectie er beter van.

Ik ben blij als ik zie dat objecten in andere musea beter tot hun recht komen. We hebben een maquette van het beleg van Groningen overgedragen is aan het Groninger Museum. Zij gaan de maquette opknappen en gebruiken in een tentoonstelling over het beleg. Een ander mooi voorbeeld is de teruggave van twee wachthuisjes aan de oorspronkelijke eigenaar: de Provincie Utrecht. Ze laten de wachthuisjes restaureren en plaatsen ze terug bij Paushuizen in Utrecht, de plek waar ze ooit stonden. Uiteindelijk is meer dan 40 procent in andere museale collecties opgenomen. Daarmee handelen we in de geest van de “Collectie Nederland”. Het is fantastisch als objecten die een kwijnend bestaan lijden in het depot, bij andere musea wel kunnen worden getoond.’

Een van de tips op het symposium was om niet alleen de conservatoren een veto te geven bij afstoot, maar ook de collectiemedewerkers. Deel je dat? 

‘Je hebt allemaal je specialisme en dan is het goed om er met een brede groep naar de af te stoten voorwerpen te kijken. Veel medewerkers werken al lang bij het museum. Er is bij hen dus veel kennis aanwezig, zij weten vaak nog hoe objecten zijn binnengekomen. Tegelijkertijd moet het werk wel doorgaan. Je moet voorkomen dat het een Poolse Landdag wordt en er uiteindelijk niet wordt ontzameld. Vandaar dat de conservatoren uiteindelijk verantwoordelijk waren voor de beslissing over het al dan niet ontzamelen van voorwerpen.’

Is het afstotingsproces nu afgerond? Hebben jullie nu extra ruimte in depot?

‘Ja en nee. Het is nog steeds passen en meten om alles erin te krijgen. We moeten uiterlijk voor de zomer al onze oude opslagplaatsen verlaten hebben. Dus het blijft krap, vooral voor wat betreft de grote objecten. Ik verwacht dat het wel gaat lukken, maar er is helaas nauwelijks ruimte voor uitbreiding van de collectie. Alleen voor het depot kleine middelen ben ik wat positiever.

Wat heel fijn is, dat we ons weer kunnen gaan focussen op het beheer en behoud van onze collectie. We gaan de opbergmethoden verder verbeteren. Een bijkomend voordeel van het ontzamelen is ook dat de registratie is opgeschoond.’

Heb je nog een tip voor collega collectiebeheerders? 

‘Het daadwerkelijk uitvoeren van het ontzamelen is de grootste uitdaging. Voordat je je collectie hebt ontzameld en herbestemd ben je jaren verder. De LAMO eist terecht zorgvuldigheid maar dat vergt nogal wat tijd en ook het herbestemmen is lastig en tijdrovend. Daarom hebben wij het ontzamelen bedrijfsmatig aangepakt. Alle af te stoten collecties en voorwerpen hebben we een barcode gegeven. Ook hebben we alle transporten zelf georganiseerd.  Dat klinkt misschien gek. Je zou zeggen de instelling die het object wil hebben regelt dat toch zelf. Maar door het zelf te doen, hebben we het efficiënter kunnen doen én vooral veel sneller kunnen afronden.’

 

Het symposium “Collecties voor de toekomst” werd georganiseerd door Nationaal Militair Museum in samenwerking met Naturalis, Nusantara, Mondriaan Fonds, Landelijk Contact Museumconsulenten (LCM) en Museumpeil en Het Cultuurbureau.

De resultaten van het symposium worden gepubliceerd in Museumpeil 48 (november 2017)

interview: Franklin van der Pols