Bedrijfsvoering

Directeur Glasmuseum vertrekt

Gepubliceerd: 27 maart 2020 om 18:25   /   door

Astrid Hartog vertrekt per 15 mei a.s. als directeur van het Glasmuseum in Leerdam. Ze heeft iets meer dan twee jaar aan het roer gestaan van het Glasmuseum.

Aan RTV-Utrecht vertelde ze dat haar vertrek is ingegeven door de strategische koers die het museum nu in gaat zetten.  “We zijn een klein museum en hebben dus geen zakelijk en artistiek directeur. Een van de doelen is om te kijken hoe het organisatorisch beter kan. Ik heb besloten om dat stuk niet te doen omdat ik iemand ben die liever bouwt aan de inhoudelijke, museale kant van het werk.”

De financiële positie van het museum is wankel en verdient meer aandacht. Hartog weet dat de nadruk nu vooral op het verstevigen van de financiële positie van het museum gelegd moet worden. Ze kijkt met veel trots terug op de afgelopen twee jaar waarin ze met plezier aan de programmering heeft gewerkt. Hartog was voordat ze naar Leerdam kwam anderhalf jaar directeur van de Stichting Romeinse Limes Nederland. Daarvoor werkte ze bij het Nationaal Archief, waarvoor ze vijf jaar de fondsenwerving heeft verzorgd.

In het afgelopen jaar is veel gesproken over het verhuizen van het Glasmuseum naar de binnenstad. Een aantal politiek partijen, waaronder de VVD en D’66, wilde plannen maken om het museum naar het op te knappen Dokter Reilinghplein te verhuizen. Vanuit het museum werd hierop terughoudend gereageerd. In het Algemeen Dagblad van 12 april 2019 reageerde een woordvoerder van het Glasmuseum: ,,De binnenstad zou interessant zijn, zeker, maar hoe en waar is een volgende stap. Als je aan het dromen bent, is de Glasblazerij en het museum op één locatie natuurlijk ideaal.’’ Het Glasmuseum wilde echter eerst intern helder krijgen waar het museum staat en hoe het zich wil ontwikkelen in de toekomst. Dat wordt dus nu een toekomst zonder Astrid Hartog.

De recente ontwikkelingen staan haaks op de mooie toekomstprofetie voor 2020 die toenmalig directeur Arnoud Odding ruim tien jaar geleden schreef. Na vijf  jaar buffelen had het museum het lek weer boven en hij voorspelde een gouden toekomst. Na een complete transformatie had het museum de ambitie om op alle vlakken tot de meest innovatieve musea in de wereld te behoren.

Toen Odding in 2004 aantrad had het museum slechts 4 medewerkers, 1 vrijwilliger, 13.000 bezoekers per jaar en een ­omzet van 160.000 euro.  Toen hij begin 2011 het museum verliet waren er 20 ­vaste medewerkers, 150 vrijwilligers en was het aantal bezoekers gestegen naar meer dan 90.000. En had het museum een omzet behaald van 1.350.000 euro.

Na het vertrek van Odding kon het museum de opgaande lijn niet lang vasthouden. Door bezoekerstekorten en weinig subsidie ging het in 2015 zelfs bijna kopje onder en moest een noodkrediet door de gemeente worden verstrekt. Ook Astrid den Hertog is het helaas niet gelukt de weg omhoog te vinden.

Nationaal Glasmuseum te Leerdam

foto: Courtesy Glasmuseum

Artikel Arnoud Odding

Naschrift (14 december 2020)

Arnoud Odding werd in 2011 opgevolgd door Arend-Jan Weijsters. Hij was van 2011 tot 2015 directeur, hierna werd hij benoemd als directeur van Museum Het Valkhof in Nijmegen.

De heer Weijsters hecht eraan hier te melden dat hij met veel plezier in Leerdam heeft gewerkt. In de vier jaar dat hij directeur was is het museum verder op de kaart gezet. In zijn het laatste monitorgesprek met de Raad voor Cultuur in 2015 stelde de raad  “dat de directeur het Nationaal Glasmuseum zowel bedrijfsmatig als inhoudelijk naar een hoger niveau heeft getild”. De commissievoorzitter benadrukte dat de raad dit, gezien de diverse historische financiële situaties en het kleine professionele team, een prestatie van formaat vond. De Raad van Toezicht van het Nationaal Glasmuseum stelde bij zijn vertrek “Onder zijn enthousiasmerende leiding heeft hij het Nationaal Glasmuseum naar een artistiek inhoudelijk en organisatorisch hoger niveau weten te tillen. In de bijna vijf jaar dat hij directeur was, werd het Nationaal Glasmuseum voor het eerst opgenomen in de culturele Basisinfrastructuur (BIS) van het Ministerie OCW. Ook heeft hij spraakmakende tentoonstellingen en projecten gerealiseerd”.