Collectie, Uitgelicht, Vlaanderen

Het Huis van Alijn 2.0

HuisvanAlijn4
Gepubliceerd: 12 oktober 2011 om 20:20   /   door

Uit Museumpeil 36: Musea en sociale media (2011)

Het publiek als co-producent

Crowdsourcing kent vele gezichten. Het Huis van Alijn maakte jaren geleden de keuze om het publiek dichter bij de museumwerking te betrekken door het een actieve rol te geven. Er volgden grote en kleine experimenten. We lichten twee projecten uit waarbij de inbreng van het publiek het verschil maakt. In het film- en fotoproject is het publiek de samensteller van de collectie. Bij het project Supertagger wordt het publiek online museummedewerker.

Het Huis van Alijn is een collectiebeherende erfgoedinstelling met een passie voor de cultuur van het dagelijks leven. Het erfgoed van alledag wordt er verzameld, onderzocht en gedocumenteerd. Vanaf zijn ontstaansgeschiedenis in 1932 als Folklore- en volkskundig museum verzamelt het museum voorwerpen uit de dagelijkse levenssfeer. Anno 2011 ligt de focus op de volledige 20ste eeuw en sinds een aantal jaren zet het museum ook actief in op de uitbouw van digitale collecties. Niet alleen objecten en documenten, maar ook foto en film beschouwen we als interessante dragers van erfgoedverhalen die voor de toekomstige generaties bewaard en verteld dienen te worden. We doen dit in tentoonstellingen, publicaties en op de website.

 

EEN MUSEUM VOOR, DOOR EN MET U

Het is niet zozeer in zijn collectieprofiel of de behouds- en beheerstaken dat het Huis van Alijn het verschil maakt, maar wel in de manier waarop ze haar missie en doelstellingen realiseert. Het museum maakte in 2000 expliciet de keuze om het publiek actief en intensief te betrekken bij haar werking. Sindsdien is publieksparticipatie als basis- beginsel opgenomen in de beleidsvisie van het museum. Vandaag vertaalt zich dit in de creatie en uitbouw van een erfgoedgemeen- schap rond de cultuur van alledag. Concreet betekent dit dat het museum het publiek een cruciale rol toebedeelt bij museale taken zoals collectievorming en -ontsluiting, kennisopbouw en communicatie. Het publiek zien we niet alleen als consument, maar ook als producent en meerwaarde-leverancier. Deze visie creëert een andere dynamiek en geeft ruimte aan nieuwe interactie. De boodschap ‘samen met u schrijven we het verhaal van het dagelijks leven’ proberen we consequent en doorgedreven uit te dragen, niet vanuit een hype of modeverschijnsel, maar wél omdat we daar echt in geloven. We toetsen onze doel- stellingen, acties en resultaten dan ook aan onze baseline ‘een museum voor, door en met u’.

 

WERKPLAATS EN ONTMOETINGSRUIMTE

Vanuit onze visie dat het museum een uitwisselingsplatform, een werkplaats en een ontmoetingsruimte is, ontwikkelen we acties die bevorderen dat de kennis over de cultuur van het dagelijks leven wordt opgebouwd, ingezet, gedeeld én doorgegeven. Het brede publiek is daarbij onze geprivilegieerde partner en één van onze natuurlijke kennisbronnen. Gezien de aard en de samenstelling van de collectie is deze keuze uiteraard niet vreemd: het erfgoed van alledag is van iedereen en bevindt zich vooral buiten de museummuren, bij de mensen thuis. Samenwerking met het publiek gebeurt op verschillende manieren en voor diverse doeleinden. Het publiek krijgt rollen toegekend; de ene keer werken we met het publiek als ‘verzamelaar’, een andere keer zit het publiek in zijn rol als ‘gebruiker’, als ‘fotoliefhebber’, ‘amateurfilmer’ of als ‘expert’. De ontwikkeling van een nieuwe website in 2010 maakt het voortaan mogelijk om de participatieve en interactieve werking ook online verder te zetten.

 

CROWDSOURCING

‘Crowdsourcing’ is een term die vele ladingen dekt. Spontaan wordt de link gelegd met sociale media, online communities en 2.0-initiatieven, waarbij social tagging (het toekennen van tref- woorden of ‘tags’) de meest bekende vorm van online-activiteit is. Het toevoegen van informatie of de correctie van metadata door de ‘crowd’ ligt in het verlengde hiervan. Andere types of uitingen zijn initiatieven waarbij het publiek bijdraagt aan de collectievorming of wordt uit- genodigd om het co-curatorschap van tentoon- stellingsprojecten op zich te nemen. Het Huis van Alijn heeft de voorbije 10 jaar met diverse van deze vormen geëxperimenteerd. Soms kleinschalig en in de luwte, soms ook op grotere structurele schaal met projecten die (achteraf bekeken) het verschil hebben gemaakt. Door hun impact en reikwijdte hebben ze een bepalende rol gespeeld in beleidskeuzes én in de profilering van het museum.

‘Het brede publiek is onze geprivilegieerde partner en één van onze natuurlijke kennisbronnen.’

 

HET PUBLIEK ALS PARTNER VOOR DE OPBOUW VAN COLLECTIES

Twee van de meest belangwekkende projecten, die respectievelijk in 2004 en in 2006 werden opgestart, zijn vandaag uitgegroeid tot basis- pijlers van de museumwerking. Meer nog: ‘Op zoek naar bewegend beeld’ en ‘Bouw mee aan het digitale fotoalbum’ hebben het Huis van Alijn zijn ‘unique selling proposition’ gegeven. Beide projecten werden gelanceerd met de duidelijke oproep naar het publiek: ‘Breng uw foto’s en familiefilms naar het museum!’. De impact van deze twee initiatieven is enorm groot. Dankzij de inbreng van het publiek kon het museum nieuwe digitale collecties opbouwen.

 

EEN GEDURFDE KEUZE?

Bijzonder aan deze twee projecten is dat het welslagen of falen voor een groot deel in handen ligt van het publiek. Als het publiek geen gevolg geeft aan de oproepen, dan wordt er geen digitale collectie opgebouwd. De mate van respons is ook bepalend voor de realisatie van de thematische tentoonstellings- en publicatiereeks ‘Uit het fotoalbum’. Ze worden immers voor 100 procent samengesteld met het aangereikte materiaal. Het publiek levert de grondstof en het museum gaat ermee aan de slag. Voor elke aflevering wordt een ander concept en verhaallijn bedacht. Het museum behoudt zich het recht voor om zelf de keuzes te maken. Het zijn de museummedewerkers die bepalen welke foto’s in de expo en in de publicatie komen. Toch hangt het eindresultaat van elke aflevering zeer sterk af van de inbreng van het publiek. Dit is een risico, maar eentje dat we graag nemen omdat we vertrouwen hebben in het publiek. Voor de museummedewerkers is het altijd opnieuw een uitdaging om het publiek te bereiken en te motiveren om mee te werken. Hoewel we, na vijf jaar bouwen aan dit project, een beroep kunnen doen op de community die zich spontaan rondom dit project heeft gevormd, willen we toch bij elke aflevering nieuw publiek gaan zoeken. En dat is een opportuniteit. Op die manier blijven de dynamiek en groei bewaakt, anders lopen we het risico op uitputting van de bron waardoor dit project zou kunnen stilvallen. Door deze manier van werken zien we een brede diversiteit aan ‘bruikleengevers’ en een mooi groeipad aan reacties. Ook incentives kunnen motiveren. Het verkrijgen van een digitale kopie of het deelnemen aan de expo is voor sommige deelnemers motiverend. Anderen halen hun voldoening in andere aspecten, zoals het bewustzijn een bijdrage te leveren tot de museumwerking. Ook het besef van een groepsgevoel of een grotere verbondenheid met het museum kan stimulerend werken. We stellen verder vast dat een deel van de mensen uit deze ‘crowd’, vriend van het museum wordt. Ook het omgekeerde is waar: Vrienden reageren sneller op oproepen voor samenwerking.

 

PRAKTIJKERVARINGEN EN INZICHTEN

Een van de succesfactoren van dit project ligt volgens ons in het feit dat we helder en duidelijk de motieven en doelstellingen communiceren naar het publiek. Daarnaast is het ook van het grootste belang dat het deelnemende publiek zich ook betrokken, gerespecteerd en geïnformeerd voelt. Doordat we tentoonstellingen en publicaties maken, ziet het publiek ook de resultaten en positieve reacties genereren nog meer reacties. De rol en betekenis die zij hebben voor het museum worden eveneens geëxpliciteerd. Deze projecten beschouwen wij zelf ook als een manier om het publiek vertrouwd te maken met de inhoud van het begrip ‘erfgoed van alledag’ en met het concept ‘erfgoedgemeenschap’. Doordat we kiezen voor thematische afleveringen is er telkens de kans om nieuwe ‘groepen’ aan te spreken en tegelijk te zien welke thema’s mensen beroeren en aanspreken. Zo zagen we bij de thema-aflevering ‘Trots op mijn auto’ een absoluut hoogtepunt van interesse, zowel in het aanleveren van foto’s, het expo bezoek, het kopen van de publicatie als bij het online

bekijken van de foto’s en het ‘sharen’ op blogs en websites. Het was het ideale startpunt om een andere vorm van crowdsourcing uit te proberen: het publiek online informatie laten toevoegen door middel van tags en reacties.

‘Het publiek krijgt rollen toegekend; de ene keer werken we met het publiek als verzamelaar, een andere keer zit het publiek in zijn rol als gebruiker, als fotoliefhebber, amateurfilmer of als expert’

 

GEZOCHT: AUTOFREAKS EN KENNERS

Het online proefproject ‘social tagging’ is geïnitieerd door het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media van de Vlaamse Overheid. In samenwerking met een onderzoeksgroep van het IBBT/SMIT van de Vrije Universiteit Brussel koos het Huis van Alijn ervoor om het project in twee fases op te delen zodat we onderzoeks- gegevens kunnen verzamelen om het proces- verloop en de resultaten in kaart te brengen. In de eerste fase legden we de focus op de foto-expositie ‘Trots op mijn auto’, waarbij het publiek bij bezoek aan de tentoonstelling on- middellijk werd warm gemaakt om ontbreken- de informatie online toe te voegen. Op de expo zelf toonden we een honderdvijftigtal foto’s en online groeide deze fotocollectie gedurende de duur van de expo aan tot ruim zeven- honderdvijftig foto’s. Aan het publiek werd gevraagd om automerken toe te voegen om zo de metadata van de foto’s te verrijken met nieuwe informatie. Zoals we hadden gehoopt, was de respons hoog. Autoliefhebbers waren erg gebeten om hun kennis te delen met het museum én met elkaar. Kortom, vanuit een gedeelde passie en goesting van een groep ‘auto-experten’ om kennis te willen tonen en delen verliep dit tagproject zeer vlot. Ondanks

dit succes viel ons toch iets op: bepaalde doel- groepen die over veel nuttige kennis beschik- ken, zijn weinig tot niet vertrouwd met online participatie of de methodiek van taggen. Er werden ons veel handgeschreven briefjes en notities toegestopt tot zelfs mondelinge toelichting per telefoon of ter plekke. We stelden de digitale kloof wel heel letterlijk vast.

 

Word supertagger !

Voor de tweede fase van dit project kozen we een andere insteek. Niet gericht op een niche van kenners, maar op een breed publiek dat bovendien geen expertise over een bepaald onderwerp nodig heeft. We kozen ervoor om een collectie ‘anonieme snapshots’ door het publiek te laten taggen en formuleerden de opdracht als volgt: ‘help als online medewerker mee om 3000 foto’s te beschrijven. Als tagger kent u trefwoorden toe en benoemt u wat u ziet. Met een knipoog naar een echte vacature, schreven we een oproep uit en gaven we informatie over ons aanbod en het gewenste profiel. Om een antwoord te bieden op de vaststelling dat voor veel mensen social tagging nog relatief onbekend is en deelname een te grote stap is, organiseerden we gratis ‘tag-sessies’. In deze oefensessies maken we de deelnemers vertrouwd met de methodiek van taggen en met de achterliggende bedoeling van dit project. Op die manier neemt het museum zijn rol als educator op. We gaan de uitdaging aan om samen met de ‘crowd’ die goesting heeft om mee te werken, maar nog niet over de nodige vaardigheden bekijkt, deze stap te zetten. Hoe lager de drempel wordt, hoe meer mensen de kans krijgen om hun digitale talenten te ontdekken.

 

Zin om ook een Alijn-tagger te worden? Surf dan snel naar www.huisvanalijn.be.

Het Huis van Alijn is ook actief op Facebook. Join us en volg ons van dichtbij!

 


De gevolgen van de opbouw van nieuwe digitale collectie

‘OP ZOEK NAAR BEWEGEND BEELD’:

COLLECTIEVORMING: van 0 uur naar 350 uur filmbeelden over het dagelijks leven, bijeengebracht door de bijdrage van meer dan 200 personen.

PUBLIEKSPRESENTATIE: de realisatie van een tijdelijke expo ‘het dagelijks leven in bewegend beeld’ (2006-2007), met evolutie naar een permanente museumpresentatie en de productie van een dvd- reeks.

KENNISOPBOUW: middels interviews met de eigenaars/filmers/gefilmden wordt de collectie gedocumenteerd en uitvoering beschreven.

KENNISDELING: deelname internationale home movie day en de organisatie van en participatie aan studiedagen in binnen- en buitenland over familiefilm als cultuurhistorische bron voor het onderzoek van het dagelijks leven in de 20ste eeuw.

CREATIE: filmmakers maken nieuwe montages; muzikanten, schrijvers en the- atermakers gebruiken de filmbeelden als inspiratiebron.

PROFILERING EN TERBESCHIKKINGSTELLING: de digitale familiefilmcollectie is volledig raadpleegbaar en staat ter beschikking van derden. met elke bruikleengever en schenker is een overeenkomst gemaakt omtrent het gebruik en de doeleinden van het materiaal.

COMMUNITYBUILDING: een erfgoedgemeenschap vormt zich rond deze collectie en raakt betrokken bij de museumwerking.

 

‘UIT HET FOTOALBUM’:

COLLECTIEVORMING: een continue aangroei van foto’s over het dagelijks leven in de 20ste eeuw. meer dan 6000 foto’s werden door meer dan 300 personen binnengebracht.

PUBLIEKSPRESENTATIE: sinds 2009 brengen we jaarlijks 1 à 2 afleveringen ‘uit het fotoalbum’ en maken we thematische publicaties met de binnengebrachte foto’s.

KENNISOPBOUW EN –DELING: de foto’s worden geregistreerd en de contextinfo genoteerd. de collectie is raadpleegbaar voor het publiek.

COMMUNITYBUILDING: samen bouwen we aan een digitaal fotoalbum over het dagelijks leven in de 20ste eeuw. de bruikleengevers zijn ambassadeurs en zetten andere mensen aan om ook hun foto’s te brengen.


 

Opstart van een online pilootproject ‘social tagging’ op de website van het museum bij de expo ‘aflevering 4 – trots op mijn auto’.

 

 

 

Foto-onderschrift:

Cursus social tagging: digitale talenten aan de slag in het Huis van Alijn (© Huis van Alijn, Gent)

 

Auteur:

Sylvie Dhaene, Directeur het Huis van Alijn

 

 

Uit Museumpeil 36: Musea en sociale media (2011)