Columns, Geen categorie

De Leidse Alma Mater en Hortus Botanicus

Vijvertuin Hortus Botanicus Leiden
Gepubliceerd: 20 maart 2017 om 14:10   /   door

Mijn mooiste diploma haalde ik op de lagere school St. Jozef te Lisse. Een chique, in meerdere kleuren en prachtige gekalligrafeerde letters, beschreven stuk papier als herinnering aan mijn veilig verkeersexamen. Dat diploma kreeg voor mij nog extra waarde omdat ik dat examen lopend heb mogen afleggen op de sintelbaan van het sportpark in Lisse. Ik beschikte namelijk niet over een fiets en was evenmin in staat op andermans fiets het gewenste resultaat te bereiken. Mij werd daarom bij uitzondering toegestaan het traject lopend af te leggen als ik in de bochten maar mijn hand uitstak.

Maar het examen dat de meeste indruk op mij maakte vond plaats in de Leidse Alma Mater, thans ook Academisch Historisch Museum, aan het Rapenburg. In dit historische universiteitsgebouw behaalde ik in het voorjaar van 1967 mijn kandidaatsbul na een nog echt afgelegd kandidaatsexamen in de culturele antropologie. Dat examen bij een drietal hooggeleerde heren, gezeten achter een met een groen laken beklede tafel, bleek te zijn ingebed in de wereld van de traditionele mores en de voor mij als arbeiderszoon imponerende sfeer aan de Leidse universiteit. In een passend kostuum betrad ik het historische, in 1575 door Willem van Oranje aan de stad Leiden geschonken, voormalige nonnenklooster van de Dominicanessen. Direct links na het passeren van het indrukwekkende ijzeren hekwerk ging ik met respectvolle ingehouden voetstappen dit heiligdom van wetenschap binnen. Langs een houten wenteltrap met, zoals mij later bleek, de beroemde tekeningen van Victor de Steurs, die vele generaties studenten en promovendi gepasseerd zijn op hun weg naar het al even beroemde Leidse zweetkamertje. In die tekeningen langs de trap, “de Gradus ad Parnassum”, wordt het leven van de 19e eeuwse student verbeeldt in de verschillende fases van zijn studie en zijn intrede in de maatschappij. Boven aan die trap kwam ik uit op de brede, met houten lambrisering beklede gang van de eerste verdieping met rechts in de hoek het zweetkamertje, de wachtkamer bij examens waar het geoorloofd is ter afsluiting van je studententijd je naam of handtekening op de muur te krassen. Zelf heb ik, in dat voorjaar van 1967, ervan afgezien het zweetkamertje met mijn handtekening te ontsieren. Immers, ik was nog slechts halverwege mijn studie (het kandidaatsexamen) en achter een stukje plexiglas was de handtekening geplaatst van de grote oorlogsheld Winston Churchill, die in deze tempel van wetenschap in 1946 een eredoctoraat kreeg uitgereikt. Het zou toch van grote hovaardigheid getuigen mijn naam daartussen te friemelen. Maar bijzonder was het daar te moeten wachten tot de pedel in toga je met zijn universiteitsstaf kwam ophalen voor dat spannende examen, om je na afloop weer even plechtig terug te begeleiden, in afwachting van de uitslag. In dit Academisch Historisch Museum over hoe de universiteit zich door de eeuwen heen ontwikkelde, zijn behalve het portret van Winston Churchill en Desiderius Erasmus de portretten van vier Leidse Nobelprijswinnaars te zien, ook wel de “Fabulous Four” genoemd. De hoogleraren natuurkunde Hendrik Lorentz (1902) en Heike Kamerlingh Onnes (1913), de bijzonder hoogleraar natuurkunde Albert Einstein (1920) en de hoogleraar geneeskunde Willem Einthoven (1924).

Ga je onder de poort door naar de achterkant van het Academisch Historisch Museum, dan tref je de oudste en naar mijn smaak mooiste botanische tuin van Nederland, de Hortus Botanicus Leiden. Deze botanische tuin werd in 1590 opgericht, terwijl twee jaar later de grote plantkundige Carolus Clusius gevraagd werd directeur te worden. Door zijn kennis en kunde begonnen op dat moment nog betrekkelijk onbekende planten als de tulp, de tomaat, tabak, maïs en de aardappel hun opmars door Noord Europa. Geboren in het dorp Lisse doet het me deugt dat bij hem de oorsprong ligt van de bollenteelt in de streek tussen Haarlem en Leiden. Een kleine twee decennia later trad de befaamde Herman Boerhaave aan als directeur en weer enkele decennia later was het Carolus Linnaeus die deze botanische tuin regelmatig kwam bezichtigen.

De botanische tuin bestaat onder meer uit de Voortuin, de Wintertuin, de Von Siebold (Japanse) Gedenktuin, de Oranjerie, de Systeemtuin en het Tropische Kassencomplex, waaronder de Victoriakas. In de Victoriakas kan de alom bekende en veel gefotografeerde reuzenwaterlelie worden bezichtigd, de Victoria Amazonica. Uit mijn plantkundeboek op de HBS herinner ik me die foto van een klein mannetje (minder dan 40 kg) die op het brede ronde blad stond van deze reuzenplant, die eenmaal per jaar in bloei staat. In de Voortuin vindt je de oudste bomen van de gehele Hortus Botanicus, zoals de “goudenregen” (1601) en de “tulpenboom” (1682). Deze laatste boom spreekt mij als geboren Lissenaar vanzelfsprekend aan. Maar meer nog ben ik me aan die boom gaan hechten sinds de as van de schrijver Jan Wolkers onder zo’n zelfde boom in zijn tuin in Texel is verstrooid.

Ondanks al die beroemde en bekende namen van planten en bomen en de vaak gelauwerde personen uit de wereld van de wetenschap, moet ik toch weer met beide benen op de grond terug naar de plek die mij in die Hortus misschien wel het meest is bijgebleven, namelijk het grasveldje langs de oever van de Witte Singel. Want dat was en is, naar mij uit een recent bezoek bleek, nog steeds een geliefde “studeerplaats” voor met name luchtig geklede dames, zolang het zonnetje maar schijnt.

 

Bik Versteegen (Nr 16, 2017)

Academisch  Historisch Museum

Hortus Botanicus, Leiden

foto: Hortus Botanicus, Leiden (©: Michiel Neugebauer)

Bik Versteegen (1945) is schrijver en cultureel antropoloog. Hij begon op latere leeftijd verhalen te schrijven, inmiddels zijn vier bundels uitgegeven. Op verzoek van Museumpeil bezoekt hij musea. Zijn stijl wordt gekenmerkt door een plezierige mix van observaties en herinneringen.

Michiel Neugebauer (Gouda, 1967) is stedelijk en industrieel fotograaf met oog voor detail. Hij speelt met het aanwezige licht met als resultaat een mooie natuurlijke lichtval.