Collectie, Columns

Luc Eekhout over het belang van een nieuwe museumdefinitie

Gepubliceerd: 9 december 2020 om 15:16   /   door

De International Council of Museums (ICOM), onze wereldwijde vereniging van museumprofessionals, hanteert sinds de oprichting in 1947 the Museum Definition,een criterium om te bepalen wie lid mag worden. Geregeld werd de definitie geactualiseerd. Vorig jaar ontstond over deze periodieke bijstelling internationale reuring. Natuurlijk rees daarbij de vraag: ‘Waarom laten we niet alles zoals het is? Waarom een nieuwe museumdefinitie?’. – Luc Eekhout, voorzitter van ICOM Nederland

Een drietal wezenlijke aspecten spelen momenteel bij de museumdefinitie. Ten eerste het autoriteitsgehalte. ICOM is een ngo, zonder juridische autoriteit in enig land. En de museumdefinitie is een criterium om de identiteit van de vereniging te bewaken. Meer niet. Maar de jongste decennia zochten vele overheden naar een criterium om hun museumsubsidies op te baseren. En wat is aantrekkelijker dan buiten de eigen politiek om de ICOM-definitie te nemen? Zo werd de definitie in veel landen de sleutel tot de vleespotten van de cultuurministeries. Een definitiewijziging kon in vele landen musea in financiële problemen brengen. Als tenminste een land die wijziging overnam…

Frustratie en cultuurverschillen

Dan het eurocentrisme binnen ICOM. Ruim 80% van de leden is Europeaan. Zij benutten hun ledenpas om gratis de talrijke musea in eigen land en in buurlanden te bezoeken. Op andere continenten speelt dit voordeel veel minder. Omdat er in eigen land minder musea zijn én men nauwelijks budget heeft om internationaal te reizen. Het is een vicieuze cirkel: de meeste ICOM-activiteiten vinden binnen Europa plaats, omdat daar de meeste leden zijn. Tot frustratie van de ICOM-leden uit andere continenten, die zich in de periferie gedrukt voelen.

Ten slotte de cultuurverschillen in zo’n mondiale club. Bekend zijn de vele ICOM-leden die zich laten benoemen in commissies en besturen en vervolgens geen vinger uitsteken. Zij komen uit culturen waarin zo’n benoeming een status geeft, en niet de taak inhoudt om je in te zetten. Of autoritaire culturen met onbetrouwbare gezagsdragers, waar alles via achterdeurtjes wordt geregeld. Of ‘open culturen’, waarin direct gecommuniceerd wordt, zonder rekening te houden met de gevoeligheden van anderen. Drie recepten om onderlinge samenwerking en een gezamenlijke ontwikkeling te frustreren. En bij de herziening van de Museumdefinitie in 2019 is dat ook luid en duidelijk gebeurd.

Definitie van de erkenning

Maar dan de hamvraag: wat was de aanleiding dan wel noodzaak tot herziening? Wereldwijd en zéker buiten Europa zijn de jongste decennia honderden musea en outreach-activiteiten ontstaan met een maatschappelijk thema. Denk aan slavernijgeschiedenis, dictatuurslachtoffers, vrouwenemancipatie, natuurbehoud, genderkwesties, nieuwe communities, oorspronkelijke volkeren, migraties… Thematische bewegingen die enerzijds zoeken naar de verheven ‘tempel’-status als Museum én die tegelijk deze status een twist geven door hun intensieve wisselwerking met de omringende gemeenschap. Het concept ‘museum’ is wereldwijd in verandering. In Afrika en de Amerika’s zijn boeiende innovaties aan de orde.

De ICOM ledenvergadering van 2017 besloot daarom de museumdefinitie weer eens te herzien. De beknopte versie van 2007 moest bijgeschaafd worden om een actuele beschrijving te zijn van het concept ‘museum’. En daarmee ook een erkenning van de dekolonisatie van de wereld, de emancipatie van gemeenschappen en geschiedenissen buiten Europa.

Niet de eerste en laatste keer

De herziening van de museumdefinitie kreeg daardoor een politieke lading binnen ICOM. Denk aan het eurocentrisme. Ze kon ook een zwaard van Damocles worden als het ging om mogelijke financiële gevolgen in diverse landen, indien de politiek daar de nieuwe definitie zou overnemen. Dat het vreselijk misliep in het procesmanagement van de definitie, is inmiddels bekend. De drie bovengenoemde recepten hebben daarin hun aandeel geleverd.

Een volgende versie is nog steeds niet geformuleerd en conclusies zoals ‘speelbal van de politiek’ zijn dus voorbarig. Ervan uitgaande dat de ICOM-definitie een mondiaal karakter heeft en een actueel gehalte moet hebben, is er veel voor te zeggen om de wereldwijde vermaatschappelijking van het museumconcept te benoemen in de volgende versie. Laten we toch ook bedenken dat het niet de eerste, en dus ook niet de laatste keer is dat in een vereniging zoals ICOM een definitie wordt aangepast aan de tijd. Daarom: een nieuwe museumdefinitie.

 

Noot:

ICOM Nederland telt ruim 5300 van de 45.000 ICOM-leden. Luc Eekhout had van januari t/m juni 2020 zitting in de Standing Committee Museum Definition, Prospects and Potentials 2. In het dagelijks leven is hij directeur van Kasteel Heeswijk.