Agenda, Collectie, Uitgelicht

Paul van Brakel ontzamelde 60.000 voorwerpen

Paul van Brakel NMM IMG_4297
Gepubliceerd: 31 maart 2017 om 16:06   /   door

Paul van Brakel: “Als je geen fouten wilt maken, moet je niets doen.” 

Paul van Brakel is conservator bij het Nationaal Militair Museum. Hij heeft jaren met anderen gewerkt aan een grootschalig afstotingsproject. Hij is een van de initiatiefnemers van het symposium “Collecties voor de toekomst”, over nieuwe vormen van ontzamelen en verzamelen. Een kort gesprek over de praktijk.

Waarom moesten jullie ontzamelen?

In verband met de samenvoeging van twee musea en de bouw van een nieuw museum en depot in Soesterberg, had men uit Den Haag de opdracht meegegeven  om twintig procent van de collectie af te stoten. Dit had te maken met de omvang van het nieuwe depot en de kosten, maar ook met een veranderde visie op de missie van het museum en op het collectiebeleid. In het nieuwe museum zijn we veel meer gefocust op het verhaal achter het object, van typologisch verzamelen naar meer thematisch verzamelen, en we zijn meer gericht op personen.

Hoeveel voorwerpen hadden jullie?

Het Legermuseum en het Militair Luchtvaart Museum hadden samen meer dan 300.000 voorwerpen. Dus we moesten zo’n 60.000 voorwerpen afstoten. Dat is veel en afstoten is dan alleen in bulk mogelijk. Dus veel voorwerpen van hetzelfde tegelijkertijd. Denk aan twintig veldflessen van hetzelfde type, waarvan we geen afkomst en geschiedenis hebben. Voorwerpen van lage waarde, met een verzekerde waarde van minder dan  300 euro.

Waarom willen jullie je ervaringen delen?

We praten in het museumveld al bijna twintig jaar over afstoten. Alle musea hebben symposia over afstoten al een keertje meegemaakt, maar wat dan opvalt is dat musea uiteindelijk nauwelijks afstoten. We praten er wel veel over, maar in de praktijk gebeurt het bijna nooit. Er zit veel schroom achter. Wij willen nu de praktijk van afstoten belichten.

Waarom praten musea er wel over, maar stoten ze nauwelijks collectie af?

Er is veel schroom bij collectiemensen. Ook ik vond het moeilijk. Afstoten voelt toch een beetje als je afzetten tegen het verzamelbeleid van je voorgangers. De collecties zijn samengesteld met veel liefde en toewijding van vorige generaties. Je hebt ook je maatschappelijke opgave als museum. Voldoe je daar nog aan als je voorwerpen de deur uit doet? Dat is een vraag die veel collega’s mij stellen.

Hoe komt het dat jullie wel hebben ontzameld?

Het voordeel van ontzamelen is dat je een meer beheersbare collectie krijgt, zonder al dat geruis. Maar zonder de dwingende opdracht om te ontzamelen, waren we wellicht ook blijven steken in goede voornemens.

Wat waren de pijnpunten?

Wat ik zelf het lastigste vond was het begrip ensemblewaarde. Je komt voorwerpen tegen waarvan je je echt afvraagt: waarom zit het in onze collectie? Denk aan lucifersdoosjes, schroeven en moertjes. Voorwerpen die binnen ons collectieprofiel onlogisch zijn, waarbij verder ook geen annotaties in het registratiesysteem aanwezig zijn. De enige reden kan zijn dat  deze ooit bij een ensemble hoorden, maar dat is helaas niet meer te achterhalen.

Waar heb je spijt van?

Niet echt spijt. Maar lastig is, dat er altijd twijfel gaat ontstaan. Daarom hebben we filtermomenten ingebouwd.  Voorafgaand aan de kijkdagen, waarop andere musea de af te stoten voorwerpen mochten bekijken, hebben we nogmaals met alle conservatoren de voorwerpen bekeken. Soms besloten we dan bepaalde voorwerpen toch maar niet af te stoten. Je ziet dan dat emotionele motieven hierbij vaak een erg grote rol spelen. Dat is lastig. Ik vind dat we ons aan het nieuwe collectiebeleid moeten houden, anders blijf je voorwerpen rondpompen.

Je gaat een lezing geven op het symposium. Wat ga je vertellen?

Wat we hebben gedaan, waar we tegenaan zijn gelopen. Want het was een traject met hindernissen. We hebben bijvoorbeeld herkomstonderzoek gedaan en namen gevonden waarbij we geen adressen of aanvullende informatie konden vinden. Wat doe je dan? Kortom ik ga een praktisch verhaal vertellen over wat we hebben geleerd, wat goed ging, maar vooral ook wat fout ging. Voor mij is het simpel: als je geen fouten wilt maken moet je niets doen. Ik hoop dat anderen van onze ervaringen kunnen leren en dus ook fouten, maar dan wel andere fouten, durven te maken.

Wat kunnen we nog meer verwachten?

Veel praktijkverhalen. Alle belangrijke afstotings- en verzamelprojecten komen aan de orde. Denk aan Naturalis en de volkenkundige musea. Maar denk ook aan Nusantara, dat zijn hele collectie wil repatriëren. Daarnaast besteden we aandacht aan nieuwe praktijkvoorbeelden van slimmer verzamelen. Gelukkig is er een aantal musea dat nieuwe wegen is ingeslagen. Ik hoop dat we mede door dit symposium een beetje uit de impasse van de afgelopen jaren komen.

 

Nationaal Militair Museum

 

foto: Paul van Brakel (foto: Museumpeil)

interview: Franklin van der Pols, Museumpeil