Columns, Publiek en presentatie
De schrijvende onderwijzer en zijn museum
De onderwijzer Theo Thijssen stierf in het oorlogsjaar 1943, het jaar dat mijn vrouw Machteld is geboren. Beiden woonden ook geruime tijd in dezelfde buurt, de Amsterdamse Jordaan. De onderwijzer Thijssen in de Eerste Leliedwarsstraat 16 (zijn geboortehuis) met uitzicht op de Westertoren en mijn vrouw op de Palmgracht 3, hoek Brouwersgracht. Op zich geen in brede kring herdenkingswaardig feit, met dit verschil, dat die onderwijzer een bekend schrijver, vakbondsman en politicus is geweest. Hij schreef onder meer het boek: “Kees de jongen”(1923). Voorts was hij een vooraanstaand vakbondsman, lid van de Amsterdamse gemeenteraad en van de Tweede Kamerfractie van de SDAP (sociaaldemocratische arbeiderspartij) onder leiding van Pieter Jelles Troelstra.
Maar zijn museum in de Eerste Leliedwarsstraat 16 heeft hij toch vooral te danken aan zijn literaire kwaliteiten. Aan zijn prachtige boek “Kees de jongen”, over de fantasiewereld van een twaalfjarig Amsterdams jongetje; de roman “Het taaie ongerief” over de universele kledingellende van arme kinderen, en “De gelukkige klas”, een roman in de vorm van het dagboek van een onderwijzer.
In zijn geboortehuis, sinds 1995 een museum, wordt Theo Thijssen tot leven gebracht door talrijke foto’s, documenten, handschriften, brieven en boeken, aangevuld met wat meubilair en enkele huishoudelijke objecten zoals de wasteil en het wasbord van zijn moeder Alida. Deze laatste twee objecten hebben een bijzondere betekenis doordat Theo menigmaal memoreerde dat zijn moeder erg driftig kon zijn als de kinderen haar lastig vielen tijdens die ellendige wasbeurten.
Ik vind het op zijn plaats hier ook dat andere schrijfkanon uit de directe nabijheid van de Thijssens geboortehuis op te voeren, de allergrootste, met de naam Multatuli. De schrijver van de “Max Havelaar” en “Woutertje Pieterse”, die enkele jaren vóór de geboorte van Thijssen overleden is en van wie het geboortehuis in de Korsjespoortsteeg 20 eveneens een museum is geworden. Beiden zouden elkaar tijdens hun wandelingen geregeld ontmoet kunnen hebben en beiden beschikken, op loopafstand van elkaar, over een fraai standbeeld van dezelfde beeldhouwer, Hans Bayens. Multatuli is vereeuwigd met een manshoog beeld op de brug bij de Torensluis en Theo Thijsen met een iets minder groot beeld (want verschil moet er zijn, ook onder schrijvers) aan het begin van de Lindengracht bij de Brouwersgracht.
Naast de vaste collectie kent het “Theo Thijssen Museum” ook geregeld wisseltentoonstellingen rond bepaalde thema’s uit het leven en werk van de schrijver. Op het moment van mijn bezoek lag het accent middels eveneens foto’s, documenten, brieven en teksten, op het onderwerp: “Theo Thijssen en de vrouwen”.
Want vrouwen speelden een grote rol in zijn leven, waarvan met stip bovenaan zijn moeder Alida Thijssen-Fieggen. Zij was de vrouw van een schoenmaker die al jong stierf aan tuberculose. Theo was toen elf jaar oud. De weduwe Thijssen bleef achter met vijf kinderen en een zieltogende winkel. Desondanks slaagde zij erin haar kroost naar behoren groot te brengen en een goede opleiding te laten volgen, zonder dat het eeuwige geldgebrek zichtbaar was voor de buitenwacht. Een ook voor mij zeer herkenbare en bewonderenswaardige levensopvatting van mijn eigen ouders.
Na moeder Alida, zijn zussen en tantes en de beroemde fictieve geliefde “Rosa Overbeek” uit het boek “Kees de jongen”, hebben een tweetal echtgenotes, beiden onderwijzeres, een haast vanzelfsprekend grote rol gespeeld in Thijssens leven. Maar zijn grootste passie en geheime liefde gold de echtgenote van zijn buurman en naaste collega, Marie Soederhuizen-van Os (1885-1976). Zij hadden veel met elkaar gemeen, maar tot een scheiding is het nooit gekomen. Ik wil niemand beledigen, maar zonder een geheime liefde lijkt het leven toch half geleefd.
Bik Versteegen (Nr 12, 2016)
Theo Thijssen Museum, Amsterdam
foto: Theo Thijssen Museum (©: Michiel Neugebauer)
Bik Versteegen (1945) is schrijver en cultureel antropoloog. Hij begon op latere leeftijd verhalen te schrijven, inmiddels zijn vier bundels uitgegeven. Op verzoek van Museumpeil bezoekt hij musea. Zijn stijl wordt gekenmerkt door een plezierige mix van observaties en herinneringen.
Michiel Neugebauer (Gouda, 1967) is stedelijk en industrieel fotograaf met oog voor detail. Hij speelt met het aanwezige licht met als resultaat een mooie natuurlijke lichtval.