Interview met Albert van der Zeijden
‘Superdiversiteit betekent dat er geen hoofdgroep is waar andere groepen zich naar moeten voegen’.
De samenleving wordt steeds diverser, in veel steden wonen inmiddels mensen afkomstig uit de hele wereld. In Rotterdam waar de conferentie wordt gehouden leven mensen afkomstig uit honderdzestig verschillende landen. Op 7 november organiseert Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) een internationale conferentie over immaterieel erfgoed, musea en diversiteit. Volgens Albert van der Zeijden, teamleider kennisontwikkeling, kan juist immaterieel erfgoed musea de sleutel bieden om deze groepen te bereiken. Een gesprek over de relevantie van musea, de nieuwe realiteit, en immaterieel erfgoed en superdiversiteit.
Waarom denken jullie dat immaterieel erfgoed de sleutel biedt om nieuwe Nederlanders te bereiken?
Tijdens de conferentie presenteren musea uit heel Europa hoe zij met immaterieel erfgoed omgaan en hoe zij nieuwe doelgroepen bereiken. De meeste nieuwkomers hebben niet veel meer dan een paar koffers bij zich, maar ze hebben wel hun tradities en verhalen. Als je hen wilt boeien en binden, dan zal je moeten proberen om een link te leggen tussen hun achtergrond en hun verhalen en jouw museum. Dat is niet nieuw, veel musea doen dat al. Maar niet alle initiatieven van musea en immaterieel erfgoed zijn succesvol. Op de conferentie bespreken we een aantal interessante nieuwe invalshoeken en experimenten uit België, Frankrijk, Italië, Zwitserland, maar ook uit ons land. Er zijn meer dan veertig musea uit heel Europa.
Kun je iets vertellen die nieuwe invalshoeken?
Dat kan ik het beste doen aan de hand van de keynote speakers. Als eerste spreekt Marilena Alivizatou van University College London, zij schreef het bekende boek ‘Intangible Heritage and the Museum’. Zij zal vooral ingaan op de valkuilen bij het gebruik van immaterieel erfgoed. Hoe kun je het succesvol inzetten? Als tweede spreekt Dirk Geldof uit Antwerpen hij zal uitleggen wat de uitdaging is voor musea die maatschappelijk relevant willen blijven in een tijd van superdiversiteit.
Wat is superdiversiteit?
Volgens Geldof wordt de eenentwintigste eeuw, de eeuw van superdiversiteit. De etnisch-culturele diversiteit in Europa neemt verder toe. In steden als Brussel of Rotterdam vormen mensen met een migratieachtergrond al de meerderheid van de stadsbewoners. Als je kijkt naar demografische ontwikkeling is dat de toekomst van alle steden, groot en klein, in Europa. Leven in een stad betekent leven met superdiversiteit. Die diversiteit ligt echter nog altijd gevoelig. Ze roept onzekerheid en weerstand op. We blijven denken in verouderde wij-en-zij-opdelingen, maar de werkelijkheid is al veel complexer.
De maatschappelijke debatten blijven nog te vaak steken in achterhoedegevechten: ‘nieuwkomers moeten zich aanpassen’. Superdiversiteit betekent dat er geen hoofdgroep is waar andere groepen zich naar moeten voegen. Of je dit nu betreurt of niet, het is de demografische realiteit.
Hoe kunnen we het potentieel van superdiversiteit, van pluralisme, beter tot zijn recht laten komen en de valkuilen vermijden? Want dat is de enige zinvolle optie voor morgen. Dat kan alleen vanuit wederzijdse openheid en dialoog tussen iedereen die hier woont. Dat vraagt wederzijdse betrokkenheid. Musea kunnen hierbij bij uitstek een belangrijke rol spelen.
Een superdiverse samenleving is dus een samenleving waar heel veel groepen met diverse achtergronden moeten samenleven. Waarom moeten musea daarop inspelen, nieuwe Nederlanders bezoeken nauwelijks musea?
Dat klopt, maar in de toekomst hopelijk wel. Maar als je niet inspeelt op de nieuwe realiteit dan zul je als musea het heel moeilijk krijgen. Kijk hoe de musea van volkenkunde zich moeten heruitvinden. Denk ook aan het Openluchtmuseum Arnhem, door hun aandacht voor nieuwkomers, ze plaatsten een Molukse barak en een Turkenpension, komen er nu veel meer nieuwe Nederlanders. Maar denk ook aan Museum Het Catherijneconvent, zij hebben zich als religieus museum uitstekend ingespeeld op de nieuwe realiteit. Er is niet meer een dominante religie, er zijn veel religies. Daarnaast zijn veel mensen niet meer gelovig. Op de conferentie tonen zij, aan de hand van hun succesvolle Sint Maarten-project, hoe zij als museum steeds inspelen op maatschappelijke veranderingen en daardoor relevant blijven.
Waarin verschuilt superdiversiteit van multiculturalisme?
Multiculturalisme is de brave versie. Men dacht en vond dat verschillende groepen met behoud van hun eigen tradities eenvoudig naast elkaar zouden kunnen leven. Superdiversiteit legt veel meer nadruk op dynamiek en uitwisseling en het ontstaan van nieuwe hybride vormen in een proces van samenleven met elkaar. Als musea er niet in slagen zich te verhouden tot deze nieuwe maatschappelijke realiteit dan lopen ze het risico overbodig te worden. Waarbij we goed moeten beseffen dat superdiversiteit ook voor nieuwe pijnpunten en maatschappelijke conflicten naar boven brengt die veel creativiteit van musea vragen. Tijdens de conferentie schetsen we een beeld van de mogelijkheden voor musea om hierop in te spelen, maar ook hoe je de valkuilen kunt vermijden.
Internationale conferentie: Musea, diversiteit en immaterieel erfgoed
7 november 2017, Schielandhuis Rotterdam
De conferentie wordt gehouden in het kader van het Intangible Cultural Heritage and Museums Project (o.m. gefinancierd door het Creative Europe Programma van de Europese Commissie en de Vlaamse overheid).
U kunt zich per email opgeven: kennisontwikkeling@immaterieelerfgoed.nl
Er is nog een beperkt aantal plaatsen. Deelname is gratis.
Voor meer informatie zie nieuwsbrief Museumpeil oktober
interview: Franklin van der Pols |