Bedrijfsvoering, Onderzoek, Presentatietechniek, Publiek en presentatie

Vijf tips voor nieuwbouw

Paul van de Laar
Gepubliceerd: 13 september 2017 om 10:13   /   door

Paul van de Laar blikt terug: een jaar na opening nieuwe Museum Rotterdam

Paul van de Laar werkt hard en gedisciplineerd. Hij is directeur van Museum Rotterdam, maar hij is ook bijzonder hoogleraar stadsgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit. Omdat het manuscript van zijn nieuwe boek ‘De Coolsingel, 700 jaar geschiedenis van Rotterdam’ twee dagen eerder af is dan gepland, heeft hij tijd voor een gesprek. Na vier jaar experimenteren is zijn museum vorig jaar verhuisd naar een nieuwe locatie. Tijd voor een terugblik.

Je hebt vijf jaar geleden de huur van je museum opgezegd, je kon door ingrijpende bezuinigingen de huur niet meer opbrengen. Je bent doorgegaan als pop-up museum, een museum zonder gebouw. Hoe is dat bevallen?

We hebben ons van 2013 tot 2016 gericht op onderzoek en activiteiten in de wijken. We hebben veel geëxperimenteerd met nieuwe vormen voor een stadsmuseum. Er zijn weinig steden waar de bevolking zo snel van samenstelling is veranderd als Rotterdam. We hebben een plan gemaakt om het nieuwe museum vanuit vijftien ‘communities’ op te bouwen met de nadruk op lokale geschiedenis, dicht bij huis. Om niet langer te pogen alles in een gebouw samen te brengen. Dat was een totaal nieuw concept voor Europese stadsmusea. Maar de gemeente zag er niets in. Men zei: ‘We betalen je om de collectie te tonen in een museumgebouw’.

Museum Rotterdam is sinds 2016 gevestigd in het Stadstimmerhuis, een nieuw woon- en kantorencomplex achter het stadhuis. Hoe kijk je na een jaar daarop terug?

Met gepaste trots. We hebben het museum in negen maanden ingericht. Dat is veel te weinig tijd, maar het museum staat er. Maar naast trots past ook enige zelfkritiek. Voor collega’s heb ik vijf tips.

Ten eerste, benoem een intendant. Iemand die inhoudelijk strak de regie voert. Ik was dat, maar ik moest in dezelfde periode ook het oorlogs- en verzetsmuseum in onze organisatie integreren. Benoem een intendant en stel hem of haar vrij van andere werkzaamheden.

Ten tweede, huur een procesmanager van buiten in. Ik doe voortaan alleen nog maar zulke grote projecten met externe procesmanagers. Je spreekt een bedrag af en zij doen alle onderhandelingen met subcontractors.

Als derde hadden we, voor we gingen inrichten, nog uitgebreider publieksonderzoek moeten doen. De publieksbenadering hadden we hierdoor centraler kunnen en moeten stellen.

Ten vierde hadden we meer tijd moeten inruimen om te testen. We hebben weliswaar in de afgelopen vier jaar nieuwe invalshoeken getest. Maar testen op locatie is toch iets anders dan testen in je nieuwe locatie. Die vertaalslag is veel ingewikkelder dan gedacht.

Tot slot hebben we helaas moeten constateren, dat we er toch weer te veel content in hebben willen stoppen. We willen als museum nog steeds te volledig zijn, de stad is complex. Ook ik val in de kuil van de inhoud. Dat reken ik als eerste mezelf aan, ik had er meer bovenop moeten zitten.

Je openheid en zelfkritiek zijn verfrissend

We zijn in de museumwereld soms te angstig, we durven de fouten die we maken niet snel toe te geven. Naar aanleiding van de reacties van het publiek hebben we diverse aanpassingen gedaan en we gaan ermee door. Verder organiseren we komend voorjaar samen met Hester Dibbits en Arjen Kok een tweedaagse sessie met studenten van de Reinwardt Academie. We gaan samen het hele nieuwbouwproces analyseren, van plannen maken tot het uiteindelijke resultaat. Ik kijk ernaar uit. Alleen door samen onderzoek te doen, door kennis te delen kun je je als museum ontwikkelen.

 

www.museumrotterdam.nl

Lees het uitgebreide interview met Paul van de Laar in het komende nummer van Museumpeil. Het verschijnt op 15 november

 interview: Franklin van der Pols