Berichten van partners, Boekentips, Cultuurbeleid, Vlaanderen
Vlaamse musea gaan meer samenwerken
Visienota: Volop inzetten op musea.
De Vlaamse musea hebben het moeilijk, door de bezuinigingen staat het water hen aan de lippen. Hoe nu verder? In de visienota ‘ Volop inzetten op musea’ formuleren de musea voor het eerst een gezamenlijke visie en zetten ze lijnen uit naar de toekomst. De musea begrijpen dat ze de collecties niet louter in termen van ‘artefacten’ moeten zien. Musea moeten nieuwe rollen op zich te nemen, om een grotere maatschappelijke impact te hebben. Musea moeten actief samenwerking zoeken met andere musea en andere organisaties. Samenwerking wordt dé vijfde museale basisfunctie! Olga van Oost, oud-redacteur van Museumpeil en stafmedewerker van FARO, het Vlaams steunpunt voor Cultureel Erfgoed geeft een toelichting op het rapport.
Waarom is deze visienota zo belangrijk voor de museumwereld?
De visie nota ‘Volop inzetten op musea’ is onlangs aan de minister van Cultuur Sven Gatz overhandigd. Het is voor de toekomst van de musea en de rest van de erfgoedsector erg belangrijk, want aan dit strategisch-oriënterend document is gezamenlijk goed anderhalf jaar gewerkt. Het is in zekere zin ook een historisch document, in deze visienota formuleert de museumgroep voor de allereerste keer een gezamenlijke visie en zet ze samen lijnen uit. Prangende vragen worden gesteld en beantwoord. Vragen als: ‘Hoe zorgen we ervoor dat musea duurzaam blijven bijdragen aan de samenleving? Hoe kunnen we ons samen profileren en tegelijkertijd elk onze identiteit versterken? Wat bindt ons als musea? Wat maakt ons sterk als collectief? Op welke gezamenlijke doelen zetten we de komende jaren in en welke investeringen zijn nodig om deze te bereiken?’
Staat het water de musea aan de lippen?
Dat dit al langer een probleem is, is geen geheim. Herinneren we hier bijvoorbeeld aan de actie ‘Water aan de Lippen’, die de museumgroep op 5 juni 2014 op het Martelarenplein hield. Ook toen al werd de budgettair schrijnende toestand aangeklaagd. In deze visienota benadrukken de Vlaamse musea het belang van de vier museale basisfuncties: verzamelen, behoud en beheer, wetenschappelijk onderzoek en het publiek maken van collecties. Als gevolg van de te lage budgetten is het voor de musea zeer moeilijk om deze basisfuncties duurzaam en volgens de regels van de kunst uit te voeren.
Die klassieke basisfuncties zijn duidelijk, maar is het takenpakket van musea niet heel erg veranderd?
Musea zijn met veel meer bezig dan de klassieke basisfuncties. In de visienota wordt expliciet erkend dat de museumpraktijk veel complexer is geworden. De musea zijn er zich van bewust dat het veel te beperkend is om de collecties louter in termen van ‘artefacten’ te (blijven) zien. Immaterieel erfgoed, artistieke praktijken, contextuele informatie, collectiebetekenissen aangebracht door verschillende erfgoedgemeenschappen, digitaal erfgoed, expertises … Dit zijn allemaal elementen die deel uitmaken van de hedendaagse museumpraktijk. Soms vormt een museum, als lieu de mémoire, zélf deel van de collectie.
Een dergelijk verruimd collectiebegrip vraag om een bijsturing of zelfs herformulering van de museumpraktijk en om een uitbreiding van de museale basisfuncties. Hier komt nog bij dat van musea wordt verwacht dat ze zelf een hele reeks nieuwe (maatschappelijke) rollen opnemen. De musea vinden dit zelf ook noodzakelijk, ze werken aan een grotere maatschappelijke impact. Bijvoorbeeld door actief de samenwerking aan te gaan met andere musea en cultureel-erfgoedactoren en andere beleidsdomeinen zoals toerisme, welzijn, economie en wetenschap. Samenwerking wordt dus een vijfde museale basisfunctie. Bij dit alles mag de internationale dimensie niet uit het oog worden verloren: de musea benadrukken het belang van internationale communicatie, netwerken en platformen.
Samenwerking wordt dus de vijfde museale basisfunctie. Zijn er nog andere belangrijke onderwerpen?
Ja, in de visienota staat het Overleg Vlaamse Musea verder nog stil bij de mogelijkheden om expertise te ontwikkelen en te valoriseren, bij de relatie tussen de Vlaamse overheid en de andere beleidsniveaus, bij de broodnodige stijging van de subsidies en de mogelijkheden van aanvullende financiering. De noodzaak van een indemniteitsregeling, de schaderegeling bij bruikleenverkeer, wordt eveneens in de verf gezet.
Nog een heikel punt is digitalisering. Vanuit de overheden zijn er het voorbije decennium nauwelijks impulsen geweest voor een ‘digitale shift’ in de musea. Bovendien is er nog steeds een gebrek aan ICT-kennis in de instellingen. Dat leidt vaak tot manke besluitvorming en weinig duurzame strategieën.
Ook dient er blijvende aandacht te zijn voor de verdere professionalisering van de museumorganisatie en voor de vorming en training van het museumteam. Veel musea werken met (te) kleine teams waardoor elementaire functies zoals onderzoek, publiekswerking, communicatie, marketing en digitalisering in het gedrang komen. Door de dynamische en zich wijzigende opdrachten voor musea dienen zich ook nieuwe functieprofielen aan. Dit vraagt voldoende grote teams, waardoor er een optimale combinatie is van kwaliteit, betrokkenheid en wendbaarheid.
Meer informatie: Olga Van Oost, stafmedewerker van FARO, het Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed vzw en het Overleg Vlaamse Musea. E-mail: olga.vanoost@faro.be
Achtergrondinformatie over het Overleg Vlaamse Musea en de Vlaamse beleidscontext
Het Overleg Vlaamse Musea, dat al een klein decennium bestaat, kende een felle ‘doorstart’ in 2014 naar aanleiding van het uitblijven van de beloofde subsidieverhoging door de Vlaamse regering. Begin 2014 verscheen het focusdossier ‘Musea Anno 2014’ van het FAROtijdschrift (zie: https://issuu.com/faronet/docs/maart2014_issuu/1?e=1829231/7180263), dat samen met de musea werd gemaakt. De actie ‘Water aan de Lippen’ volgde in juni 2014 en toen schreven de musea een eerste pamflet. In Vlaanderen vallen de musea onder het Cultureel Erfgoeddecreet. Dit decreet wordt in 2016 helemaal herschreven. Dit was een concrete aanleiding om aan de visienota ‘Volop inzetten op musea’ te beginnen werken. Het Overleg Vlaamse Musea hoopt dat er met de uitgesproken verzuchtingen, aspiraties en ambities die in deze visienota worden geuit, in dit nieuwe decreet zal worden rekening gehouden.
Aan het Overleg Vlaamse Musea nemen alle directies en/of beleidsverantwoordelijken van volgende musea en samenwerkingsverbanden deel: Design Museum Gent, FOMU – Fotomuseum Provincie Antwerpen, Groeningemuseum Brugge, Hospitaalmuseum Brugge, Het Huis van Alijn Gent, In Flanders Fields Museum Ieper, KMSKA, Kasteel van Gaasbeek, Kazerne Dossin Mechelen, M HKA, M – Museum Leuven, MAS Antwerpen, MIAT Gent, Middelheimmuseum Antwerpen, MoMu Provincie Antwerpen, Museum Dr. Guislain Gent, Museum Plantin-Moretus-Prentenkabinet Antwerpen, Museum voor Schone Kunsten Gent, Mu.ZEE Oostende, Openluchtmuseum Bokrijk, Provinciaal Gallo-Romeins Museum Tongeren, Samenwerkingsverband Kunstmusea Antwerpen, S.M.A.K. Gent, Sportimonium Hofstade-Zemst, STAM Gent en de koepelorganisaties Vlaamse Kunstcollectie (VKC) , Contemporary Art Heritage Flanders (CAHF), Lukasweb, ICOM-Vlaanderen en FARO, het Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed vzw.