Bedrijfsvoering, Uitgelicht

Vrijwilligerscoördinatoren zijn overbelast

Gepubliceerd: 10 juli 2018 om 15:41   /   door

Interview met  gastredacteur en vrijwilligersexpert Annemieke Biemond (Museumpeil 50)

Terwijl de ponten over de rivier heen en weer snellen om busladingen toeristen te vervoeren, genieten we van het schitterende uitzicht bij Filmmuseum EYE in Amsterdam. Ook dit museum heeft vrijwilligers achter de kassa. Zelfs heel grote musea kunnen niet meer zonder. Een prima plek voor een gesprek met expert Annemieke Biemond over musea en vrijwilligerswerk. Steeds meer werk in musea moet door vrijwilligers worden gedaan. Over toegevoegde waarde, schaarste en overbelaste coördinatoren.

Je werkt nu weer voor een zorginstelling, maar hebt lang als vrijwilligerscoördinator voor een museum gewerkt. Wat zijn de verschillen in vrijwilligerswerk tussen deze organisaties?

‘In de zorg en het welzijnswerk wordt meer nagedacht over het nut en belang van vrijwilligerswerk. In de museale sector is dit veel minder. Er verschijnen wel handleidingen vrijwilligerswerk, maar ik heb de indruk dat de museumdirecties nog steeds met enig dedain op vrijwilligerswerk neerkijken.’

Je bent ook voorzitter van Agora, de landelijke beroepsvereniging vrijwilligerswerk. Wat doet jullie vereniging?

‘We maken ons sterk voor de professionele inzet en erkenning van coördinatoren vrijwilligerswerk. We hebben meer dan 250 leden, doen aan deskundigheidsbevordering, geven masterclasses en hebben met de Hogeschool Utrecht de post-HBO-opleiding “Innovatief Vrijwilligersmanagement” opgezet. We bieden ook steun bij het afsluiten van goede arbeidsvoorwaarden. We hebben hiervoor een beroepsprofiel ontwikkeld, dat kan worden gebruikt voor de juiste inschaling van de coördinator binnen de organisatie.’

Wat is er de laatste jaren veranderd?

‘De overheid in Nederland legt steeds meer de nadruk op zelfredzaamheid in plaats van zorgzaamheid. We moeten naar een participatiemaatschappij. In de praktijk betekent dit dat vrijwilligersorganisaties in de zorg steeds meer taken krijgen. Vrijwilligers vragen zich steeds meer af of ze geen vangnet voor een bezuinigende overheid zijn. Het motiveert hen niet dat de overheid steeds meer taken over de schutting gooit. Vrijwilligers willen geen gaten vullen, maar juist een positieve, extra bijdrage leveren. Ook in de museumwereld wordt de rol van vrijwilligers groter.’

Er bestaan veel handleidingen voor vrijwilligersmanagement in musea. Wat staat er niet in? Wat vind jij de belangrijkste les?

‘Wat er vaak niet in staat, is dat vrijwilligersbeleid een integraal onderdeel van de museumvisie moet zijn. De belangrijkste les is dan ook dat je als museum bewust met vrijwilligers moet willen werken. Je moet het een meerwaarde vinden. Dit betekent dat je het dus ook expliciet in je visie en missie zult moeten verwoorden. Als we gaan naar een nieuwe fase in vrijwilligerswerk, vrijwilligers 2.0, dan is dat het kenmerkende verschil.’

‘Musea moeten niet langer vrijwilligers zien als een extraatje: soms handig maar ook vaak lastig. Het gaat alleen goed als je het als een verrijking van de organisatie ziet. Het moet een kernpunt zijn in het personeelsbeleid.De werkverdeling tussen betaalde en onbetaalde krachten moet gaan over toegevoegde waarde en niet over schaarste. Je vrijwilligersorganisator is de beheerder van vrijwillige energie!’

Ik spreek regelmatig vrijwilligerscoördinatoren in musea die structureel overbelast zijn.

‘Klopt, ik ook. De oorzaak is bijna altijd dat de vrijwilligerscoördinator in zijn eentje de gevolgen van de bezuinigingen moet opvangen en steeds meer taken krijgt toebedeeld. Mijn tip is altijd: kijk of vrijwilligerswerk in de missie en visie wordt benoemd. Als dit niet zo is, stel het aan de orde bij de directie. Als de baas het belang van vrijwilligers niet wil benoemen en vastleggen in de missie, kom je vroeg of laat in problemen. Directies van musea onderschatten nog te vaak het belang van vrijwilligerswerk.’

 

interviewer: Franklin van der Pols, hoofdredacteur

foto: Annemieke Biemond